Aeneis 1,494 - 756


Haec dum Dardanio Aeneae miranda videntur,

Terwijl deze wonderen door Aeneas worden bekeken,
dum stupet, obtutuque haeret defixus in uno,495 terwijl hij perplex staat en gefixeerd op alleen deze aanblik
regina ad templum, forma pulcherrima Dido, is de vorstin naar de tempel gekomen, de zeer mooie Dido,
incessit magna iuvenum stipante caterva. omstuwd door een grote groep jongelingen.
Qualis in Eurotae ripis aut per iuga Cynthi Zoals op de oevers van de Eurotas of over de kammen van de Cynthus
exercet Diana choros, quam mille secutae Diana haar koren aanvoert, van alle kanten gevolgd door talloze
hinc atque hinc glomerantur Oreades; illa pharetram500 Oreaden: zij draagt een pijlkoker over haar schouder,
fert umero, gradiensque deas supereminet omnis; in haar gang steekt zij uit boven alle godinnen;
Latonae tacitum pertemptant gaudia pectus: stille vreugde doorgloeit het hart van Latona:
talis erat Dido, talem se laeta ferebat zo vertoonde zich Dido en zij straalde vreugde uit
per medios, instans operi regnisque futuris. in de menigte terwijl ze het werk aan haar toekomstige rijk aanvuurde.
Tum foribus divae, media testudine templi,505 Dicht bij het heilidom van de godin, midden onder de koepel van de tempel
saepta armis, solioque alte subnixa resedit. zette ze zich hoog op een troon, omgeven door een lijfwacht.
Iura dabat legesque viris, operumque laborem Daar sprak zij recht en vaardigde wetten uit voor de mannen,
partibus aequabat iustis, aut sorte trahebat: in eerlijke porties deelde zij het werk toe of liet anders loten,
cum subito Aeneas concursu accedere magno toen plotseling Aeneas onder een grote toeloop zag naderen:
Anthea Sergestumque videt fortemque Cloanthum,510 Antheus, en Sergestus en de dappere Cloanthus
Teucrorumque alios, ater quos aequore turbo en de andere Teucriërs, die de donkere stormkracht op zee
dispulerat penitusque alias avexerat oras. weg had gedreven en ver weg naar andere kusten gevoerd had.
Obstipuit simul ipse simul perculsus Achates Hij was sprakeloos en niet minder verrast was Achates
laetitiaque metuque; avidi coniungere dextras van vreugde en vrees; zij waren wel verlangend de anderen
ardebant; sed res animos incognita turbat.515 te omhelzen; maar hun onbekendheid met de situatie doorkruiste hun aandrang.
Dissimulant, et nube cava speculantur amicti, Zij hielden zich stil en spiedden vanuit de wolk die hen omgaf,
quae fortuna viris, classem quo litore linquant, wat het lot was der mannen, waar op de kust zij hun schepen verlieten,
quid veniant; cunctis nam lecti navibus ibant, waarvoor zij kwamen. Waarschijnlijk als boden namens alle schepen
orantes veniam, et templum clamore petebant. vragen om hulp en zochten onder geroep deze tempel.

Postquam introgressi et coram data copia fandi,

520

Nadat zij binnengekomen waren en kans hadden gekregen te spreken
maximus Ilioneus placido sic pectore coepit: richtte Ilioneus, als oudste, de volgende woorden tot Dido:
'O Regina, novam cui condere Iuppiter urbem 'Koningin, aan wie Juppiter gunde een nieuwe stad te stichten,
iustitiaque dedit gentis frenare superbas, en rechtvaardig te heersen over trotse stammen,
Troes te miseri, ventis maria omnia vecti, wij, ongelukkige Trojanen, door stormen over alle zeeën gevoerd,
oramus, prohibe infandos a navibus ignis,525 wij smeken u: laat niet onze schepen in vlammen opgaan;
parce pio generi, et propius res aspice nostras. spaar ons, een eerzaam volk, en bekijk onze toestand nader.
Non nos aut ferro Libycos populare Penatis Wij komen geen inbreuk maken op de Lybische vrede
venimus, aut raptas ad litora vertere praedas; of met wapengeweld buit naar de schepen slepen;
non ea vis animo, nec tanta superbia victis. na ons verlies ontbreekt ons die kracht en zo grote arrogantie.
Est locus, Hesperiam Grai cognomine dicunt,530 Er is een gebied (de Grieken noemen het Avondland),
terra antiqua, potens armis atque ubere glaebae; een oeroude streek, machtig door wapengeweld en vruchtbare grond;
Oenotri coluere viri; nunc fama minores Oenotriërs bewoonden het vroeger; een jongere generatie zou het nu
Italiam dixisse ducis de nomine gentem. de naam Italia geven naar de naam van hun leider.
Hic cursus fuit: Hierheen ging onze tocht;
cum subito adsurgens fluctu nimbosus Orion535 toen plotseling een donkergewolkte Orion neerstortte en ons weg van het water,
in vada caeca tulit, penitusque procacibus austris naar onzichtbare zandbanken dreef, door felle windvlagen ver
perque undas, superante salo, perque invia saxa door de branding, waar de zee ons overspoelde, en over ontoegankelijke riffen
dispulit; huc pauci vestris adnavimus oris. uiteendreef; wij, nog maar een handjevol, hebben naar uw kust kunnen zwemmen.
Quod genus hoc hominum,quaeve hunc tam barbara morem Welk soort mensen leeft hier? En welk land is zo wreed dat het zo'n optreden
permittit patria? Hospitio prohibemur harenae;540 toestaat? Ons wordt de gastvrijheid van het strand ontzegd;
bella cient, primaque vetant consistere terra. men begint oorlogen en verbiedt voet aan land te zetten.
Si genus humanum et mortalia temnitis arma Als u maling hebt aan het mensengeslacht en straffen van stervelingen,
at sperate deos memores fandi atque nefandi. weest dan indachtig de goden, die recht en onrecht bewaken.
'Rex erat Aeneas nobis, quo iustior alter, 'Wij hadden een koning, Aeneas, ieder ander in rechtsgevoel overtreffend,
nec pietate fuit, nec bello maior et armis.545 maar ook overtreffend in plichtsbesef, oorlog en wapens.
Quem si fata virum servant, si vescitur aura Als het noodlot die man wil bewaren, als hij nog de lucht hier op aarde
aetheria, neque adhuc crudelibus occubat umbris, ademt en nog niet neerligt bij de grimmige schimmen,
non metus; officio nec te certasse priorem dan is er geen reden tot vrees: niet zal het u berouwen als eerste
poeniteat. Sunt et Siculis regionibus urbes u beijvert te hebben in gastvrijheid. Wij hebben op het eiland Sicilië
armaque, Troianoque a sanguine clarus Acestes.550 ook steden en wapens beschikbaar, van Acestes, beroemde Trojaan van afkomst.
Quassatam ventis liceat subducere classem, Sta ons toe de schepen, door stormen gehavend, aan land te trekken,
et silvis aptare trabes et stringere remos: en met hout uit het bos de balken te repareren en de riemen te scherpen:
si datur Italiam, sociis et rege recepto, om, als het ons vergund wordt naar Italia te varen na onze metgezellen
tendere, ut Italiam laeti Latiumque petamus; en koning terug te vinden, vol vreugde Italia en Latium te bereiken.
sin absumpta salus, et te, pater optime Teucrum,555 Maar als onze redding vervlogen is en, beste vader der Teucriërs,
pontus habet Libyae, nec spes iam restat Iuli, de zee bij Lybië u verzwolgen heeft, er geen hoop meer rest op Iulus,
at freta Sicaniae saltem sedesque paratas, laat ons dan weer teruggaan naar de zee bij Sicania en de woonplaats die klaar staat
unde huc advecti, regemque petamus Acesten.' vanwaar we hier kwamen, en laat ons Acestes als koning zoeken.

Talibus Ilioneus; cuncti simul ore fremebant

Zo sprak Ilioneus; en alle Trojanen betuigden eenstemmig
Dardanidae.560 hun bijval.
Tum breviter Dido, voltum demissa, profatur: Toen sprak kort Dido, met gebogen hoofd:
'Solvite corde metum, Teucri, secludite curas. 'Zet de vrees van u af, Teucriërs, weg met uw zorgen.
Res dura et regni novitas me talia cogunt Onheil en het nieuwe van mijn koningschap dwingen me deze maatregelen
moliri, et late finis custode tueri. te nemen en in de wijde omtrek mijn gebied te bewaken.
Quis genus Aeneadum, quis Troiae nesciat urbem,565 Wie zou niet het volk Aeneaden kennen, wie niet de stad Troje,
virtutesque virosque, aut tanti incendia belli? haar moedige mannen of het geweld van een zo grote oorlog?
Non obtusa adeo gestamus pectora Poeni, Niet zo afgestompt zijn wij Puniërs,
nec tam aversus equos Tyria Sol iungit ab urbe. en niet zo ver weg van de Tyrische stad spant de Zon zijn paarden in.
Seu vos Hesperiam magnam Saturniaque arva, Of gij nu wilt gaan naar het grote Hesperia en de Saturnische akkers,
sive Erycis finis regemque optatis Acesten,570 of voorkeur hebt voor het gebied van Eryx en koning Acestes,
auxilio tutos dimittam, opibusque iuvabo. met onze hulp zal ik jullie veilig begeleiden en daadkrachtig steunen.
Vultis et his mecum pariter considere regnis: Wilt gij nog liever met mij in dit koninkrijk blijven:
urbem quam statuo vestra est, subducite navis; dan is de stad die ik sticht ook de uwe, trekt uw schepen aan land.
Tros Tyriusque mihi nullo discrimine agetur. Een Trojaan en een Tyriër zal door mij zonder onderscheid behandeld worden.
Atque utinam rex ipse Noto compulsus eodem575 En mocht toch uw koning zelf, door dezelfde storm voortgedreven,
adforet Aeneas! Equidem per litora certos Aeneas, hier zijn! Zeker zal ik de kust doorzoeken
dimittam et Libyae lustrare extrema iubebo, en opdragen tot de grenzen van Lybië te verkennen,
si quibus eiectus silvis aut urbibus errat.' of hij als zwerver in bossen of steden rondzwerft.


Aeneis 1,579 - 657

Aeneas maakt zich bekend.

His animum arrecti dictis et fortis Achates Gespitst op deze woorden verlangden de dappere Achates
et pater Aeneas iamdudum erumpere nubem580 en vader Aeneas al lang uit hun nevel
ardebant. Prior Aenean compellat Achates: te komen. Achates richtte zich eerst tot Aeneas:
'Nate dea, quae nunc animo sententia surgit? 'Zoon van godin, wat nu, wat vind je hiervan?
omnia tuta vides, classem sociosque receptos. je ziet: alles is veilig, de vloot en bemanning behouden.
Unus abest, medio in fluctu quem vidimus ipsi Eén slechts ontbreekt, die wij zelf op zee zagen verdrinken;
submersum; dictis respondent cetera matris.' 585585 al het overige is precies zoals je moeder ons zei'.
Vix ea fatus erat, cum circumfusa repente Nauwelijks had hij dit gesproken, of de wolk die hen omhulde
scindit se nubes et in aethera purgat apertum. brak plotseling open en loste op in heldere lucht.
Restitit Aeneas claraque in luce refulsit, Daar stond Aeneas, hij straalde in het heldere licht,
os umerosque deo similis; namque ipsa decoram zijn gezicht en gestalte gelijk aan een god; want zelf had zijn moeder
caesariem nato genetrix lumenque iuventae590 zijn hoofdhaar prachtig van haar zoons hoofd laten neergolven en
purpureum et laetos oculis adflarat honores: een rode blos verleend en opwekkende glans aan zijn ogen vergund:
quale manus addunt ebori decus, aut ubi flavo zoals artistenhanden pracht kan toevoegen aan ivoor, of wanneer
argentum Pariusve lapis circumdatur auro. zilver of Parisch marmer omgeven wordt door goud.
Tum sic reginam adloquitur, cunctisque repente Toen sprak hij als volgt de koningin toe, en onverwacht voor allen
improvisus ait: 'Coram, quem quaeritis, adsum,595 zei hij: 'Hier ben ik zelf aanwezig, de man naar wie u vraagt,
Troius Aeneas, Libycis ereptus ab undis. de Trojaan Aeneas, ontkomen aan de Lybische zeeën.
O sola infandos Troiae miserata labores, U, die de enige bent die medelijden hebt met de onuitsprekelijke ellende van Troje
quae nos, reliquias Danaum, terraeque marisque die ons, die nog over zijn van de Danaërs, uitgeput door al wat maar kan gebeuren
omnibus exhaustos iam casibus, omnium egenos, te land en ter zee, behoeftig aan alles,
urbe, domo socias, grates persolvere dignas 600600 wilt laten delen in openbare en privérechten, u dank te betuigen naar waarde
non opis est nostrae, Dido, nec quicquid ubique est ligt niet binnen ons vermogen, Dido, noch van wat maar ergens rest
gentis Dardaniae, magnum quae sparsa per orbem. van het Dardaanse volk, verspreid over de grote aardbol.
Di tibi, si qua pios respectant numina, si quid Als enige goddelijke macht nog geeft om plichtsbetrachting, als ergens rechtschapenheid
usquam iustitia est et mens sibi conscia recti, nog iets betekent en een geest die zich bewust is van wat juist is, mogen de goden u
praemia digna ferant. Quae te tam laeta tulerunt605 een waardige beloning schenken. Welke tijd, zo voorspoedig, heeft u voortgebracht?
saecula? Qui tanti talem genuere parentes? Welke ouders van zo'n formaat hebben u het leven geschonken?
In freta dum fluvii current, dum montibus umbrae Zolang er rivieren naar zee stromen, zolang in de bergen de schaduwen
lustrabunt convexa, polus dum sidera pascet, door de dalen schuiven, zolang het hemelgewelf zijn sterren voedt,
semper honos nomenque tuum laudesque manebunt, altijd zullen uw eer, uw naam en uw roem voortbestaan,
quae me cumque vocant terrae.' Sic fatus, amicum610 welke aardstreken mij maar noemen.' Na deze woorden
Ilionea petit dextra, laevaque Serestum, omarmde hij zijn vriend Ilioneus met zijn rechter-, met zijn linkerhand Serestus,
post alios, fortemque Gyan fortemque Cloanthum. daarna ook de anderen, de dappere Gyas en de dappere Cloanthus.
Obstipuit primo aspectu Sidonia Dido, Verbaasd stond de Sidonische Dido eerst over zijn verschijning,
casu deinde viri tanto, et sic ore locuta est: daarna over zijn zo omvangrijke lotgevallen, en zo nam zij het woord:
'Quis te, nate dea, per tanta pericula casus615 'Welke doem, zoon van een godheid, jaagt u voort door zo groot gevaar?
insequitur? Quae vis immanibus applicat oris? Welke macht liet u stranden op afgelegen kusten?
Tune ille Aeneas, quem Dardanio Anchisae Bent u die Aeneas, die de eerbiedwaardige Venus voor de Dardaniër
alma Venus Phrygii genuit Simoentis ad undam? Anchises baarde aan de oever van de Phrygische Simoeis?
Atque equidem Teucrum memini Sidona venire Ja, stellig herinner ik mij hoe Teucer naar Sidon kwam,
finibus expulsum patriis, nova regna petentem620 verdreven uit zijn vaderland, op zoek naar een nieuw rijk
auxilio Beli; genitor tum Belus opimam met de hulp van Belus; mijn vader Belus verwoestte toen
vastabat Cyprum, et victor dicione tenebat. het vruchtbare Cyprus en hield het onder zijn zeggenschap.
Tempore iam ex illo casus mihi cognitus urbis Al sedert die tijd is het lot mij bekend van de stad
Troianae nomenque tuum regesque Pelasgi. Troje en uw naam en de Pelasgische vorsten.
Ipse hostis Teucros insigni laude ferebat,625 Zelfs uw vijand roemde de Teucriërs met nadruk,
seque ortum antiqua Teucrorum ab stirpe volebat. en wilde wel zelf geboren zijn uit het oude geslacht van de Teucren.
Quare agite, O tectis, iuvenes, succedite nostris. Daarom, komaan, treedt binnen, mannen, in ons paleis.
Me quoque per multos similis fortuna labores Ook mij heeft een dergelijk lot gevoerd door vele ellende,
iactatam hac demum voluit consistere terra. maar tenslotte beschikt dat ik voet zette op dit land.
Non ignara mali, miseris succurrere disco.' 630 Niet onbekend met leed, heb ik geleerd ongelukkigen te helpen.'
Sic memorat; simul Aenean in regia ducit Na deze woorden voerde zij Aeneas het paleis in
tecta, simul divom templis indicit honorem. en kondigde tegelijk een dankdienst voor de goden af in de tempel.
Nec minus interea sociis ad litora mittit Eveneens zond zij voor de scheepslui twintig stieren
viginti tauros, magnorum horrentia centum naar het strand, en de ruige ruggen van honderd
terga suum, pinguis centum cum matribus agnos,635 grote zwijnen en honderd vette ooien en lammeren,
munera laetitiamque dii... als vreugdegeschenken voor die dag...
At domus interior regali splendida luxu Maar het paleis verandert van binnen in een schittering van koninklijke
instruitur, mediisque parant convivia tectis: overdaad, en middenin bereidt men een feestmaal:
arte laboratae vestes ostroque superbo, kleden met kunstzin vervaardigd uit kostelijk purper,
ingens argentum mensis, caelataque in auro640 een schat aan zilver op de tafels, en in drijfwerk aangebracht op goud
fortia facta patrum, series longissima rerum de dappere daden van voorouders, een zeer lange reeks prestaties
per tot ducta viros antiqua ab origine gentis. geleverd door zovele mannen, vanaf de oudste oorsprong van het volk.
Aeneas (neque enim patrius consistere mentem Aeneas (hij kon zijn vaderliefde niet tot kalmte manen)
passus amor) rapidum ad navis praemittit Achaten, stuurde Achates met spoed vooruit naar de schepen,
Ascanio ferat haec, ipsumque ad moenia ducat;645 om Ascanius dit alles te melden en hem zelf naar de stad te brengen;
omnis in Ascanio cari stat cura parentis. heel de zorg van de vader richtte zich op Ascanius.
Munera praeterea, Iliacis erepta ruinis, Ook de geschenken, gered uit de ruïnes van Troje,
ferre iubet, pallam signis auroque rigentem, beval hij te brengen, een mantel stijf van gouden borduurwerk,
et circumtextum croceo velamen acantho, en een sluier omrand met een gele acanthus,
ornatus Argivae Helenae, quos illa Mycenis,650 tooi van de Argivische Helena, die zij uit Mycene had meegbracht,
Pergama cum peteret inconcessosque hymenaeos, toen zij op weg ging naar Pergamon voor haar verboden huwelijk
extulerat, matris Ledae mirabile donum: een indrukwekkend geschenk van haar moeder Leda:
praeterea sceptrum, Ilione quod gesserat olim, voorts nog de scepter, die Ilione ooit had gedragen,
maxima natarum Priami, colloque monile de oudste dochter van Priamus, en een halssnoer
bacatum, et duplicem gemmis auroque coronam. 655 met parels en een dubbele diadeem met goud en juwelen.
Haec celerans ita ad naves tendebat Achates. Om deze taak snel uit te voeren haastte Achates zich naar de schepen.


Aeneis 1,657 - 756

Cupido misleidt Dido.

At Cytherea novas artes, nova pectore versat Maar de Cytherische godin broedde op nieuwe ingrepen, dacht nieuwe
consilia, ut faciem mutatus et ora Cupido plannen uit: dat Cupido, veranderd van uiterlijk en aanzicht
pro dulci Ascanio veniat, donisque furentem zou komen in plaats van de kleine Ascanius en met zijn gaven de vorstin
incendat reginam,atque ossibus implicet ignem; 660 tot hartstocht zou brengen, en in haar lichaam liefdesvuurvuur zou ontsteken:
quippe domum timet ambiguam Tyriosque bilinguis; want zij was bang voor het huichelachtig huis en de Tyriërs met dubbele tong;
urit atrox Iuno, et sub noctem cura recursat. de grimmige Juno hield haar alert en zorg dook steeds op in haar slaap.
Ergo his aligerum dictis adfatur Amorem: Dus sprak zij de gevleugelde Amor aan met deze woorden:
'Nate, meae vires, mea magna potentia solus, 'Zoon, mijn kracht, als enige beschikkend over mijn grote invloed,
nate, patris summi qui tela Typhoia temnis, 665 zoon, jij die de bliksems van de hoogste vader durft trotseren,
ad te confugio et supplex tua numina posco. tot jou neem ik mijn toevlucht en smekend roep ik jouw goddelijke macht in.
Frater ut Aeneas pelago tuus omnia circum Dat jouw broer Aeneas op zee langs alle kusten doolt
litora iactetur odiis Iunonis iniquae, door de haat van de vijandige Juno,
nota tibi, et nostro doluisti saepe dolore. dat is je bekend en vaak heb je in onze smart gedeeld.
Hunc Phoenissa tenet Dido blandisque moratur670 Hem houdt de Phoenicische Dido vast en houdt hem op
vocibus; et vereor, quo se Iunonia vertant met zuigende prietpraat; maar ik vraag me bezorgd af, waar deze Junonische ontvangst
hospitia; haud tanto cessabit cardine rerum. op uit draait; op dit zo belangrijke moment zal zij zeker niet werkeloos toezien.
Quocirca capere ante dolis et cingere flamma Daarom wil ik tevoren de vorstin met een listig vuur
reginam meditor, ne quo se numine mutet, inpalmen, opdat zij niet door een andere godheid verandert,
sed magno Aeneae mecum teneatur amore. 675 maar zij met een even grote liefde als ik voor Aeneas bevangen blijft.
Qua facere id possis, nostram nunc accipe mentem. Hoe je dit kunt bewerken, verneem dat nu als ons plan.
Regius accitu cari genitoris ad urbem De prins, mijn oogappel, maakt zich klaar om,
Sidoniam puer ire parat, mea maxima cura, op verzoek van zijn dierbare vader, naar de Sidonische stad te gaan
dona ferens, pelago et flammis restantia Troiae: met geschenken, gered uit de zee en het brandende Troje:
hunc ego sopitum somno super alta Cythera 680 hem, diep in slaap, zal ik verbergen op de hoge Cythera
aut super Idalium sacrata sede recondam, of op de gewijde plaats van de Ida,
ne qua scire dolos mediusve occurrere possit. opdat niemand onze list kan doorzien of tussenbeide kan komen.
Tu faciem illius noctem non amplius unam Jij, neem heimelijk zijn uiterlijk aan voor niet langer dan één nacht,
falle dolo, et notos pueri puer indue vultus, en maskeer je, zelf een jongen, met de typische gezichtstrekken van die jongen
ut, cum te gremio accipiet laetissima Dido685 zodat, wanneer Dido, uitgelaten, jou op haar schoot zal nemen
regalis inter mensas laticemque Lyaeum, bij het koninklijk feestmaal en het drinken van wijn,
cum dabit amplexus atque oscula dulcia figet, en wanneer zij je omhelst en zoete kusjes geeft,
occultum inspires ignem fallasque veneno.' jij een hartstochtelijk vuur kunt ontsteken en met je gif haar misleiden.
Paret Amor dictis carae genetricis, et alas Amor gehoorzaamt de opdracht van zijn geliefde moeder, gespt los
exuit, et gressu gaudens incedit Iuli. 690 zijn vleugels en stapt met voldoening rond als Iulus.
At Venus Ascanio placidam per membra quietem Maar Venus strooit een rustige slaap over Ascanius'
inrigat, et fotum gremio dea tollit in altos leden, en de godin tilt haar lieveling in haar schoot om hem naar de hoge wouden
Idaliae lucos, ubi mollis amaracus illum van Ida te brengen, waar zachte marjolein hem met bloemen omwasemt
floribus et dulci adspirans complectitur umbra. en hem omarmt met een heerlijke schaduw.
Iamque ibat dicto parens et dona Cupido695 Intussen ging Cupido, gehoorzaam aan zijn opdracht, op weg en droeg blij
regia portabat Tyriis, duce laetus Achate. de koninklijke cadeaus voor de Tyriërs, terwijl Achates hem voorging.
Cum venit, aulaeis iam se regina superbis Bij zijn komst had de vorstin zich al gezet tussen prachtige gobelins
aurea composuit sponda mediamque locavit. op een gouden sofa die in het midden geplaatst was.
Iam pater Aeneas et iam Troiana iuventus Nu komt vader Aeneas en ook de manschap uit Troje
conveniunt, stratoque super discumbitur ostro.700 daar samen en leggen zich neer op purperen spreien.
Dant famuli manibus lymphas, Cereremque canistris Dienaren bieden water aan voor hun handen en dienen brood op
expediunt, tonsisque ferunt mantelia villis. in mandjes, en brengen servetten van geschoren wol.
Quinquaginta intus famulae, quibus ordine longam Vijftig kooksters staan in de keuken, die als taak hebben een lange reeks
cura penum struere, et flammis adolere Penatis; spijzen te verzorgen en het vuur in het fornuis te stoken;
centum aliae totidemque pares aetate ministri,705 honderd andere diensters en evenveel dienaars van gelijke leeftijd staan klaar
qui dapibus mensas onerent et pocula ponant. om het eten op tafel te zetten en er drinkbekers bij te zetten.
Nec non et Tyrii per limina laeta frequentes Nu komen ook de Tyriërs in dichte drom de gastvrije zaal in,
convenere, toris iussi discumbere pictis. ze worden genood op de versierde sofa's plaats te nemen.
Mirantur dona Aeneae, mirantur Iulum Zij bewonderen de geschenken van Aeneas, bewonderen Iulus,
flagrantisque dei voltus simulataque verba,710 - het gloeiend gezicht van de godheid en zijn geveinsde conversatie,-
[pallamque et pictum croceo velamen acantho.] de mantel en sluier, omzoomd door de gele acanthus.
Praecipue infelix, pesti devota futurae, Vooral de ongelukkige Dido, gedoemd tot fatale liefdessmart
expleri mentem nequit ardescitque tuendo kan maar niet uitgekeken raken en raakt steeds opgewondener bij dit kijken
Phoenissa, et pariter puero donisque movetur. de Phoenicische, en gelijk wordt ze geroerd door de knaap en de geschenken.
Ille ubi complexu Aeneae colloque pependit715 Zodra hij Aeneas omhelsd heeft in warme omarming
et magnum falsi implevit genitoris amorem, en zijn zogenaamde vader vervuld heeft met hevig liefdesvuur
reginam petit; haec oculis, haec pectore toto zoekt hij de vorstin op; die blijft met haar ogen, met heel haar hart
haeret et interdum gremio fovet, inscia Dido, op hem gefixeerd en neemt hem soms op haar schoot, de niets vermoedende Dido
insidat quantus miserae deus; at memor ille weet niet hoe een machtige god het op haar begrepen heeft; maar hij,indachtig
matris Acidaliae paulatim abolere Sychaeum720 zijn Acidalische moeder, begint allengs haar band met Sychaeus
incipit, et vivo temptat praevertere amore uit te wissen, en probeert haar hart, allang in berusting, verliefdheid ontwend,
iam pridem resides animos desuetaque corda. te overvallen met een levendige hartstocht.

Postquam prima quies epulis, mensaeque remotae,

Zodra de maaltijd beëindigd was en de tafels aan kant
crateras magnos statuunt et vina coronant. zette men grote mengvaten neer en vulde die met wijn tot de rand.
Fit strepitus tectis, vocemque per ampla volutant725 Er ontstaat rumoer en stemmen weerkaatsen door de ruime vertrekken
atria; dependent lychni laquearibus aureis aan het vergulde plafond hangen brandende luchters en
incensi, et noctem flammis funalia vincunt. fakkels verdrijven met vlammen het nachtelijk duister.
Hic regina gravem gemmis auroque poposcit Dan vraagt de vorstin de bokaal, zwaar van goud en juwelen
implevitque mero pateram, quam Belus et omnes - dit was een erfstuk van Belus en van allen na hem - en vult die
a Belo soliti; tum facta silentia tectis:730 met zuivere wijn; dan wordt tot stilte gemaand in het paleis:
'Iuppiter, hospitibus nam te dare iura loquuntur, 'Iuppiter, men zegt toch dat gij de vreemden hun recht geeft,
hunc laetum Tyriisque diem Troiaque profectis wil deze dag tot een feest maken voor de Tyriërs en de Trojanen
esse velis, nostrosque huius meminisse minores. en laten onze nakomelingen zich deze lang heugen.
Adsit laetitiae Bacchus dator, et bona Iuno; Laat Bacchus, de schenker van vreugde, hier bij ons zijn en Juno genadig,
et vos, O, coetum, Tyrii, celebrate faventes.' 735 en jullie, Tyriërs, vereer dit gezelschap met vriendelijk onthaal.'
Dixit, et in mensam laticum libavit honorem, Na deze woorden plengde zij een eredronk op de tafel,
primaque, libato, summo tenus attigit ore, en na het plengen nipte zij als eerste met haar lippen aan de schaal,
tum Bitiae dedit increpitans; ille impiger hausit dan reikt ze hem met een aanmoediging aan Bitia; die drinkt al te schielijk
spumantem pateram, et pleno se proluit auro uit de volle, schuimende schaal en bemorst zich met wijn,
post alii proceres. Cithara crinitus Iopas740 daarna drinken de andere voornamen. De langharige Iopas, die nog les kreeg
personat aurata, docuit quem maximus Atlas. van de grote Atlas, doet de zaal weerklinken van zijn vergulde cither.
Hic canit errantem lunam solisque labores; Hij zingt van de zwervende maan en de kwellingen die de zon doorstaat,
unde hominum genus et pecudes; unde imber et ignes; de oorsprong van mensen en dieren; de herkomst van regen en bliksems;
Arcturum pluviasque Hyadas geminosque Triones; de Poolster en regenbrengende Hyaden en de twee Beren;
quid tantum Oceano properent se tingere soles745 waarom de winterzonnen zich zo haasten onder te gaan
hiberni, vel quae tardis mora noctibus obstet. in de Oceaan en welk obstakel de trage nachten zo ophoudt.
Ingeminant plausu Tyrii, Troesque sequuntur. Applaus op applaus laten de Tyriërs horen, gevolgd door de Trojanen.
Nec non et vario noctem sermone trahebat Van haar kant bracht de ongelukkige Dido de nacht door
infelix Dido, longumque bibebat amorem, met allerlei gesprekken, en zij dronk een intense verliefdheid in,
multa super Priamo rogitans, super Hectore multa;750 veel navragend over Priamus, veel ook over Hector;
nunc quibus Aurorae venisset filius armis, nu eens met welke wapens de zoon van de dageraad gekomen was,
nunc quales Diomedis equi, nunc quantus Achilles. dan weer wat voor paarden Diomedes had, dan weer hoe groot Achilles was.
'Immo age, et a prima dic, hospes, origine nobis 'Kom nu, mijn gast, en vertel ons vanaf het eerste begin
insidias,' inquit, 'Danaum, casusque tuorum, de listen van de Danaërs, en het lot van de uwen,
erroresque tuos; nam te iam septima portat755 en ook uw zwerftochten; want het is toch al het zevende jaar
omnibus errantem terris et fluctibus aestas.' dat u voortdrijft langs alle landen en zeeën'.




  • Terug naar Inhoudsopgave Aeneis