ANNALES IV,13/16



Caput XIII

Hoofdstuk 13

4.13.1. At Tiberius nihil intermissa rerum cura, negotia pro solaciis accipiens, ius civium, preces sociorum tractabat; factaque auctore eo senatus consulta ut civitati Cibyraticae apud Asiam, Aegiensi apud Achaiam, motu terrae labefactis, subveniretur remissione tributi in triennium. 4.13.1. Maar Tiberius hield zich, zonder zijn zorg om de staatsaangelegenheden ook maar enigzins te laten verslappen en zijn bezigheden als troost gebruikend, bezig met de rechtspraak over de burgers en de smeekbeden van de bondgenoten; en op zijn initiatief zijn er senaatsbesluiten genomen om de burgerij van Cibyra in Asia en van Aegium in Achaia, beide getroffen door een aardbeving, te hulp te komen door een belastingvrijstelling gedurende drie jaar.
4.13.2. Et Vibius Serenus pro consule ulterioris Hispaniae de vi publica damnatus ob atrocitatem morum in insulam Amorgum deportatur. Carsidius Sacerdos, reus tamquam frumento hostem Tacfarinatem iuvisset, absolvitur, eiusdemque criminis C. Gracchus. 4.13.2. En Vibius Serenus, pro-consul van Hispania Ulterior, werd, na een veroordeling wegens geweldpleging in functie, met het oog op de wreedheid van zijn karakter, naar het eiland Amorgos gedeporteerd. Carsidius Sacerdos werd, na een aanklacht als zou hij de vijand Tacfarinas met korentoevoer geholpen hebben, vrijgesproken, en Gaius Gracchus ook, na beschuldiging van hetzelfde vergrijp.
4.13.3. Hunc comitem exilii admodum infantem pater Sempronius in insulam Cercinam tulerat. Illic adultus inter extorres et liberalium artium nescios, mox per Africam ac Siciliam mutando sordidas merces sustentabatur; neque tamen effugit magnae fortunae pericula. Ac ni Aelius Lamia et L. Apronius qui Africam obtinuerant insontem protexissent, claritudine infausti generis et paternis adversis foret abstractus. 4.13.3. Toen deze nog een peuter was had zijn vader Sempronius hem al als metgezel in ballingschap meegenomen naar het eiland Cercina. Daar opgegroeid tussen ballingen en ongeletterden voorzag hij later in Africa en Sicilië in zijn levensonderhoud door een onaanzienlijk handeltje; maar toch ontkwam hij niet aan de risico's van een grote reputatie. En als Aelius Lamia en Lucius Apronius, die stadhouder van Africa geweest waren, hem niet in bescherming genomen hadden, dan zou hij door de roem van dit ongelukkig geslacht en de tegenslag van zijn vader van tafel zijn geveegd.

Caput XIV

Hoofdstuk 14

4.14.1. Is quoque annus legationes Graecarum civitatium habuit, Samiis Iunonis, Cois Aesculapii delubro vetustum asyli ius ut firmaretur petentibus. Samii decreto Amphictyonum nitebantur, quis praecipuum fuit rerum omnium iudicium, qua tempestate Graeci conditis per Asiam urbibus ora maris potiebantur. 4.14.1. Dit jaar heeft ook gezantschappen uit Griekse steden gebracht, waarbij de Samiërs bekrachtiging van het oude asielrecht voor de tempel van Iuno vroegen en de bewoners van Kos voor de tempel van Aesculapius. De Samiërs beriepen zich op een decreet van de Amphictyonen, wier uitspraak de belangrijkste in alle aangelegenheden was in de tijd dat de Grieken door het stichten van steden in Asia zich meester maakten van de hele zeekust.
4.14.2. Neque dispar apud Coos antiquitas, et accedebat meritum ex loco: nam cives Romanos templo Aesculapii induxerant, cum iussu regis Mithridatis apud cunctas Asiae insulas et urbes trucidarentur. 4.14.2. En ook Coos deed niet in eerbiedwaardige oudheid onder en daarbij kwam nog een bijzondere verdienste: want de bewoners hadden Romeinse burgers in de tempel van Aesculapius bescherming geboden toen die op bevel van koning Mithridates op alle eilanden van Asia en in alle steden dreigden om zeep gebracht te worden.
4.14.3. Variis dehinc et saepius inritis praetorum questibus, postremo Caesar de immodestia histrionum rettulit: multa ab iis in publicum seditiose, foeda per domos temptari; Oscum quondam ludicrum, levissimae apud vulgum oblectationis, eo flagitiorum et virium venisse ut auctoritate patrum coercendum sit. Pulsi tum histriones Italia. 4.14.3. Hierna deed, na verschillende en meermalen vergeefse klachten van de praetoren, tenslotte Ceasar zelf een uitspraak betreffende de teugelloosheid van de toneelspelers: veel werd door hen aan opstandigs tegen de staat uitgespookt, zij ondernamen ook onfatsoenlijke inbreuken op privé-omstandigheden. Wat eens het Oscische blijspel was geweest, een zeer luchtig amusement voor het volk, was zo schandalig en gewelddadigs geworden dat het door het gezag der vaderen ingetoomd moest worden. Toen werden de toneelspelers uit Italia verbannen.

Caput XV

Hoofdstuk 15

4.15.1. Idem annus alio quoque luctu Caesarem adficit alterum ex geminis Drusi liberis extinguendo, neque minus morte amici. Is fuit Lucilius Longus, omnium illi tristium laetorumque socius unusque e senatoribus Rhodii secessus comes. 4.15.1. Hetzelfde jaar heeft de keizer met ook nog een ander leed getroffen door het overlijden van één van de tweelingkinderen van Drusus, en evenzeer door de dood van een vriend. Dit was Lucilius Longus, zijn makker in alle ups en downs en de enige metgezel van de senatoren bij zijn afzondering op Rhodos.
4.15.2. Ita quamquam novo homini censorium funus, effigiem apud forum Augusti publica pecunia patres decrevere, apud quos etiam tum cuncta tractabantur, adeo ut procurator Asiae Lucilius Capito accusante provincia causam dixerit, magna cum adseveratione principis non se ius nisi in servitia et pecunias familiares dedisse: quod si vim praetoris usurpasset manibusque militum usus foret, spreta in eo mandata sua: audirent socios. Ita reus cognito negotio damnatur. 4.15.2. Zo kwam het dat aan de overledene, hoewel hij eigenlijk een nieuweling in zijn stand was, de begrafenis van een censor en ook een standbeeld op het forum van Augustus op staatskosten toegekend werd door de senatoren, bij wie ook toen nog de afwikkeling van alles in handen was, zozeer zelfs dat de procurator van Asia, Lucilius Capito, toen hij door de provincie werd aangeklaagd, zich voor de senaat moest verantwoorden, waarbij de vorst uitdrukkelijk verzekerde dat hij hem geen andere bevoegdheid gegeven had dan over de slaven en het beheer over het vermogen van zijn huis: maar als hij zich de macht van praetor had toegeëigend en daarbij van soldaten gebruik had gemaakt, dan had hij zijn bevoegdheid overtreden: men moest maar gehoor geven aan de bondgenoten. Zodoende werd de aangeklaagde, na een onderzoek naar zijn gedrag, veroordeeld.
4.15.3. Ob quam ultionem et quia priore anno in C. Silanum vindicatum erat, decrevere Asiae urbes templum Tiberio matrique eius ac senatui. Et permissum statuere; egitque Nero grates ea causa patribus atque avo, laetas inter audientium adfectiones qui recenti memoria Germanici illum aspici, illum audiri rebantur. Aderantque iuveni modestia ac forma principe viro digna, notis in eum Seiani odiis ob periculum gratiora. 4.15.3. Wegens deze afstraffing en omdat in het voorafgaande jaar was opgetreden tegen Gaius Silanus, besloten de steden van Asia tot een tempel voor Tiberius en zijn moeder en de senaat. En er is toestemming gegeven om hem te bouwen: en Nero heeft hierom dank betuigd aan de senatoren en zijn grootvader onder vreugdegevoelens van de toehoorders die, door de nog verse herinnering aan Germanicus, meenden hem te zien en hem te horen. En inderdaad, de jonge man bezat de beheerste houding en de gestalte die een vorstelijk persoon waardig zijn, eigenschappen die nog aangenamer waren wegens het gevaar dat hij liep door de algemeen bekende haatgevoelens van Seianus jegens hem.

Caput XVI

Hoofdstuk 16

4.16.1. Sub idem tempus de flamine Diali in locum Servi Maluginensis defuncti legendo, simul roganda nova lege disseruit Caesar. 4.16.1. Rond diezelfde tijd hield de keizer een vertoog over de vervanging van de flamen Dialis na het overlijden van Servius Maluginensis en tegelijk over een voorstel tot wetswijziging.
4.16.2. Nam patricios confarreatis parentibus genitos tres simul nominari, ex quis unus legeretur, vetusto more; neque adesse, ut olim, eam copiam, omissa confarreandi adsuetudine aut inter paucos retenta (pluresque eius rei causas adferebat, potissimam penes incuriam virorum feminarumque; accedere ipsius caerimoniae difficultates quae consulto vitarentur) et quoniam exiret e iure patrio qui id flamonium apisceretur quaeque in manum flaminis conveniret. 4.16.2. Want naar oud gebruik werden er drie zonen, geboren uit ouders die in een confarreatio gehuwd waren, tegelijk genomineerd, van wie er één gekozen moest worden; maar nu was er niet, zoals voorheen, zo'n hoeveelheid van dit soort candidaten daar de gewoonte van de confarreatio in onbruik geraakt was, althans nog maar onder weinigen in stand gehouden werd (en hiervoor voerde Tiberius meerdere oorzaken aan: de voornaamste lag bij de nonchalance van de mannen en vrouwen; daarbij kwamen nog de problemen die nu eenmaal eigen waren aan juist dit ritueel en die men met opzet trachtte te vermijden) en ook omdat degene die dit priesterschap accepteerde en zij die door huwelijk bij een flamen terecht kwam buiten het vaderlijk gezag terecht kwam.
4.16.3. Ita medendum senatus decreto aut lege, sicut Augustus quaedam ex horrida illa antiquitate ad praesentem usum flexisset. Igitur tractatis religionibus placitum instituto flaminum nihil demutari: sed lata lex qua flaminica Dialis sacrorum causa in potestate viri, cetera promisco feminarum iure ageret. Et filius Maluginensis patri suffectus. 4.16.3. Dus moest de situatie gecorrigeerd worden door een senaatsbesluit of door wetgeving, zoals ook Augustus het een en ander uit die stijve oude tijd had aangepast aan de eisen van zijn tijd. Derhalve besloot men, na de godsdienstige gebruiken in acht genomen te hebben, niets te veranderen aan het instituut van de flamines: maar er werd een wet uitgevaardigd waardoor de vrouw van een flamen Dialis op godsdienstig gebied wel onder de macht van haar man kwam, maar voor het overige zou handelen volgens voor vrouwen gebruikelijk recht. Ook werd de zoon van Maluginensis gekozen in de plaats van zijn vader.
4.16.4. Utque glisceret dignatio sacerdotum atque ipsis promptior animus foret ad capessendas caerimonias decretum Corneliae virgini, quae in locum Scantiae capiebatur, sestertium viciens, et quotiens Augusta theatrum introisset ut sedes inter Vestalium consideret. 4.16.4. En opdat de waardigheid der priesters zou stijgen en zijzelf meer bereid zouden zijn om zich aan de rituelen te wijden zijn aan de Vestaalse maagd Cornelia, die in de plaats van Scantia gekozen werd, 2.000.000 sestertiën toegekend en werd besloten dat Augusta, zo vaak als ze het theater zou bezoeken, tussen de Vestaalse maagden zou plaatsnemen.



  • Terug naar Inhoudsopgave