FABIANUS,leermeester van Seneca:
Zijn blozen: Fabianum, cum in senatum testis esset inductus, erubuisse memini, et hic illum mire pudor decuit.[1.11.4.]
Zijn kwaliteiten:Fabianus, vir egregius et vita et scientia et, quod post ista est, eloquentia quoque, disputabat expedite magis quam concitate, ut posses dicere facilitatem esse illam, non celeritatem. [4.40.12]
Zijn optreden:Disserebat populo Fabianus, sed audiebaturmodeste..[5.52.11.]
Hij gebruikt 'essentia' voor het griekse 'ουσια' :Ep.6.58.6.

FELICIO, portier bij Seneca's buitengoed, zoon van Philositus:
Seneca herkent hem niet meer: 'ego sum Felicio..., ego sum Philositi vilici filius..'[1.12.3.]

FLACCUS, een (verder onbekende] vriend van Lucilius:
Seneca vermaant Lucilius voor overmatige rouw bij zijn dood. thema van ep.7.63

GALLUS (Asinius ~): zoon van de bekende redenaar Asinius Pollio.
Hij had volgens Tacitus Annalen 1,12 Tiberius' haat opgewekt door zijn huwelijk met Tiberius' ex Vipsania. In het jaar 30 als gast van Tiberius op Capri gevangen genomen stierf hij drie jaar later ['..sponte an necessitate, incertum..'Annalen VI,23 ] de hongerdood zonder dat zijn zaak nog voor de rechter was geweest.
Door Seneca genoemd in diens brief : Ep.6,55,3 .

HANNIBAL:
De ontembare ging aan verlokkingen te gronde:Una Hannibalem hiberna solverunt et indomitum illum nivibus atque Alpibus virum enervaverunt fomenta Campaniae..etc.[5.51.5/7.]

HARPASTES, gestoord slavinnetje van Seneca's vrouw:
Begrijpt niet dat ze blind is geworden:..subinde paedagogum suum rogat ut migret, ait domum tenebricosam esse.[5.50.2.]

HATERIUS [redenaar ten tijde van Augustus]:
Seneca bekritiseert zijn voordracht:numquam dubitavit, numquam intermisit; semel incipiebat, semel desinebat.[4.40.10.]
Ook Tacitus noemt hem:in Annales 4.61

HECATON, Stoïcijn van Rhodos, leerling van Panaetius:
Geciteerd in brief 5:'Desines [...]timere, si sperare desieris.'[1.5.7.]
Senca bespreekt in ep.1.6.7. zijn citaat:'Quaeris [...] quid profecerim? amicus esse mihi coepi.'
Seneca bespreekt in brief 9 zijn uitspraak:'..si vis amari, ama.'[1.9.6.]

HECUBA, Koningin van Troje, na de oorlog slavin van Odysseus.
Kwam op hoge leeftijd nog in slavernij:Nescis qua aetate Hecuba servire coeperit..? [47.12]

HERACLITUS:de filosoof uit 500 v Chr:
Seneca vermeldt zijn 'obscuritas' en bespreekt zijn uitspraak: 'unus dies par omni est'[1.12.7.]
Geciteerd en toegelicht:Hoc est quod ait Heraclitus: 'in idem flumen bis descendimus et non descendimus'. [6.58.23.]

HERCULES:
In krachtterm:...mehercules...[6.61.1.]

HERMARCHUS:
Intieme leerling van Epicurus: Metrodorum et Hermarchum et Polyaenum magnos viros non schola Epicuri sed contubernium fecit [1.6.6.]
Genoemd als Epicureër in: 4.33.4.
Epicurus typeert Hermarchus als wijze van de derde garnituur:..qui cogi ad rectum compellique possunt, quibus non duce tantum opus sit sed adiutore ..,Hermarchum ait Epicurus talem fuisse.[5.52.4.]

HESIODUS:
Ééén van de paradepaardjes van Calvisius Sabinus:Ep.3.27.6.

HOMERUS:
Genoemd als DE dichter:..in unius notam cessit: Homerum intellegas, cum audieris poetam.[6.58.17]
Verwijzing naar Ilias 24,602 [Niobe]:..poetarum Graecorum maximus ius flendi dederit in unum dumtaxat diem, cum dixerit etiam Niobam de cibo cogitasse?..[7.63.2.]
Één van de paradepaardjes van Calvisius Sabinus:Ep.3.27.6.
Verwijzing naar Odyssee 12,47 en 173:firmiore spissamento opus est quam in sociis usum Ulixem ferunt.[Ep.4.31.2.]
Verwijzing naar Odysseus' voordracht in Ilias 3,221 vv.en die van Nestor in 1,249:
oratio illa apud Homerum concitata et sine intermissione..[Ep.4.40.2.]
Odysseus en zeeziekte:...nausiator erat.[6.53.4.]

IDOMENEUS:[van Lampsacus, zwager van Epicurus, filosoof en politicus]:
Seneca haalt Epicurus' correspondentie met Idomeneus als voorbeeld aan:'..notiorem te epistulae meae facient quam omnia ista quae colis et propter quae coleris'[2.21.3/4/5/7.]
Een advies van Epicurus aan Idomeneus:rogat ut quantum potest fugiat et properet, antequam aliqua vis maior interveniat et auferat libertatem recedendi.[3.22.5.]

IULIUS GRAECINUS: vader van Agricola, de schoonvader van Tacitus.
Geprezen door Seneca in:Iulius Graecinus, vir egregius [3.29.6.]

IUPITER:
Zijn geluk te evenaren:..panem et aquam natura desiderat.Nemo ad haec pauper est, "intra quae quisquis desiderium suum clusit cum ipso Iove de felicitate contendat", ut ait Epicurus.[3.25.4.]
Alexander de Grote werd zijn zoon genoemd: 'Omnes iurant esse me Iovis filium, sed vulnus hoc hominem esse me clamat' [6.59.12.]

LAELIUS:
Genoemd als voorbeeld van onaantastbare karaktervastheid:Socrati et Catoni et Laelio excutere morem suum dissimilis multitudo potuisset [1.7.6.]
Genoemd als voorbeeld van geschikt geestelijk leidsman: aliquorum te auctoritate custodi - aut Cato ille sit aut Scipio aut Laelius aut alius cuius interventu perditi quoque homines vitia supprimerent..[3.25.6.]
Genoemd als geestelijk voorbeeld:elige remissioris animi virum Laelium [1.11.10.]
Geroemd als voorbeeld ter navolging:Laelium Sapientem... in animum meum sine dignatione summa recipiam ? [7.64.10.]

LEPIDUS:
Over zijn dood: [1.4.7.]

LIVIUS [TITUS ~]: de historicus van 'Ab Urbe Condita'.
Genoemd als voorbeeld van schrijver van omvangrijk werk:...qui primo aspectu aut Titi Livii aut Epicuri posset videri.[5.46.1.]

LUCILIUS:
Had waarschijnlijk in Pompei landgoed:..Pompeiorum tuorum conspectus incredibile est quam recens desiderium tui fecerint..[5.49.1.]
Seneca citeert met instemming zijn uitspraak:non est tuum fortuna quod fecit tuum [1.8.10.]
Seneca belooft hem onsterfelijkheid via hun correspondentie:Ep.21.5.
Zijn bekering tot de Stoa:Agnosco Lucilium meum: incipit quem promiserat exhibere...etc.[4.2.1.vv]
Zijn bespreking van Lucilius' stijl:Epistula 46

LUCRETIUS:
Gebruikt als voorbeeld van genus<>individu structuurTamquam homo genus est.....habet singulos, Catonem, Ciceronem, Lucretium.[6.58.12.]

MAECENAS:[rijke cultuur-adviseur van Augustus en sponsor van schrijvers]:
Beschrijving van de kwellende zorg om zijn bezittingen :2.19.9/10.

MARCELLINUS: vriend van Seneca en Lucilius:
Aanleiding voor het schrijven van: Brief 3.29

MARIUS [GAIUS -]:
Bouwde bij Baiae zijn villa:C. Marius et Cn. Pompeius et Caesar exstruxerunt quidem villas in regione Baiana, sed..etc.[5.51.11.]

MESSALA CORVINUS: beroemd redenaar ten tijde van Augustus:
Hij of Valgius noemde de Aetna 'uniek':Aetnam,...quem...dixerit Messala unicum, sive Valgius..[5.51.1.]

METRODORUS VAN LAMPSACUS:
Intieme leerling van Epicurus: Metrodorum et Hermarchum et Polyaenum magnos viros non schola Epicuri sed contubernium fecit [1.6.6.]
Seneca bespreekt met instemming zijn mogelijke uitspraak:'Is maxime divitiis fruitur qui minime divitiis indiget.'[1.14.17.]
Zijn ascese blijft achter bij die van Epicurus:et quidem gloriatur non toto asse se pasci, Metrodorum, qui nondum tantum profecerit, toto.
Genoemd als Epicureër in: 4.33.4.
Epicurus onderscheidt self-made-wijzen van volgers en noemt Metrodorus een volger: Quosdam ait Epicurus..sine ullius adiutorio..quosdam indigere ope aliena.. Ex his Metrodorum ait esse..[5.52.3.]

MUCIUS SCAEVOLA:
Vgl. Livius 2,12vv:
..laudem truncam illam et retorridam manum Mucii..[7.66.51.]

PACUVIUS, bestuurder ad interim van Syrië van 19 - 32 n Chr:
Seneca bespreekt zijn gewoonte om dagelijks alvast zijn begrafenis te vieren:
... Nullo non se die extulit...[1.12.8/9.]

PANETIUS:[kwam van Rhodos naar Rome waar S. Aemilianus en Laelius zijn leerlingen waren]
Genoemd als gezaghebbend Stoïcijn in: 4.33.4.

PARTHEN:
Reges Parthos non potest quisquam salutare sine munere [2.17.11.]

PERIPATETICUS:
Wijsgeer uit de school van Aristoteles:ep.3.29.6.
Over zijn reserve tegenover grote populariteit:'Numquam volui populo placere; nam quae ego scio non probat populus, quae probat populus ego nescio.'[3.29.10/11.]

PHIDIAS[de beroemde griekse beeldhouwer uit de 5e eeuw v Chr]:
Seneca vergelijkt zijn vakmanschap met die van de wijze: Quomodo si perdiderit Phidias statuam protinus alteram faciet, sic hic faciendarum amicitiarum artifex substituet alium in locum amissi.[1.9.5.]

PHILOSITUS,een vroegere opzichter van Seneca, vader van Felicio
Seneca herkent zijn zoon niet meer:ego sum Philositi vilici filius..'[1.12.3.]

PLATO:
Vele malen genoemd in brief over zijn metafysica:Epistula 58
Zijn vijf oorzaken:His quintam Plato adicit exemplar, quam ipse 'idean'vocat..etc.[7.65.7/10] en Seneca's kritiek:...turba causarum aut nimium multa aut nimium pauca comprendit...etc[7.65.11/14]
Ontleende zijn naam aan zijn brede borst: illi nomen latitudo pectoris fecerat,..[6.58.30.]
Werd niet geadeld door afkomst maar door filosofie:Platonem non accepit nobilem philosophia sed fecit [5.44.3.]
Over afkomst geciteerd:Platon ait neminem regem non ex servis esse oriundum, neminem non servum ex regibus.[5.44.4.]
Kwam na een conflict met Dionysus van Syracuse in slavernij:Nescis qua aetate..Platon.. servire coeperit..? [47.12]
Zijn levenswijze bezorgde hem 81 jaar:Plato ipse ad senectutem se diligentia protulit.[6.58.30/1.]
Trok lering uit de leefwijze van Sokrates:plus ex moribus quam ex verbis Socratis traxit [1.6.6.]
Geroemd als voorbeeld ter navolging:...Socratem cum Platone ... in animum meum sine dignatione summa recipiam ? [7.64.10.]


POLYAENUS:
Intieme leerling van Epicurus: Metrodorum et Hermarchum et Polyaenum magnos viros non schola Epicuri sed contubernium fecit [1.6.6.]
Epicurus correspondeerde met hem:Hoc certe in iis epistulis ait quas scripsit Charino magistratu ad Polyaenum; [2.18.9.]

POMPEIUS:
Bouwde bij Baiae zijn villa:C. Marius et Cn. Pompeius et Caesar exstruxerunt quidem villas in regione Baiana, sed..etc.[5.51.11.]
Zijn blozen: numquam non coram pluribus rubuit, utique in contionibus.[1.11.4.]
Over zijn dood: [1.4.7.]

POMPONIUS[populaire schrijver van kluchten in 1e eeuw v Chr]:
Seneca's commentaar op Pomponius' uitspraak: 'quidam adeo in latebras refugerunt ut putent in turbido esse quidquid in luce est'[1.3.6.]

PORSINNA:
Seneca's commentaar op Porsinna's gedrag:..donec Porsinna cuius poenae favebat gloriae invidit..[7.66.51.]

POSIDONIUS[leerling van Panetius; stichtte een school op Rhodos]:
Genoemd als gezaghebbend Stoïcijn in: 4.33.4.

PRIAMUS:Koning van Troje:
Één van de paradepaardjes van Calvisius Sabinus:Ep.3.27.5.

PYTHAGORAS:
Nieuwe volgelingen moesten vijf jaar zwijgen:Apud Pythagoram discipulis quinque annis tacendum erat.[5.52.10.]
PYTHOCLES[vriend van Epicurus en Idomeneus]:
Seneca citeert over hem Epicurus aan Idomeneus:'Si vis' inquit 'Pythoclea divitem facere, non pecuniae adiciendum sed cupiditati detrahendum est.'[2.21.7/8.]

PUBLIUS SYRUS, schrijver van toneelsatiren in 1e eeuw v Chr.:
Seneca spreekt met waardering over het filosofisch gehalte van zijn werk: quam multa Publilii non excalceatis sed coturnatis dicenda sunt![1.8.8.]
Seneca's commentaar bij Silius' uitspraak:'alienum est omne quidquid optando evenit'[1.8.8.]
Seneca's commentaar bij Silius' uitspraak:'non est beatus, esse se qui non putat' [1.9.21.]







  • Terug naar Inhoudsopgave Seneca