Has ubi verborum poenas mentisque profanae cepit Atlantiades, dictas a Pallade terras linquit et ingreditur iactatis aethera pennis. | 835 |
- Zodra hij deze straf voor de taal van haar goddeloze geest voltrokken heeft, verlaat hij het naar Pallas vernoemde land en komt met klapwiekende vleugels in de hemel aan. |
sevocat hunc genitor nec causam fassus amoris 'fide minister' ait 'iussorum, nate, meorum, pelle moram solitoque celer delabere cursu, quaeque tuam matrem tellus a parte sinistra suspicit (indigenae Sidonida nomine dicunt), | 840 |
Zijn vader roept hem apart en, zonder te melden dat hartstocht hierachter zit, zegt hij:'Trouwe uitvoerder van mijn bevelen, mijn zoon, daal zonder dralen af langs je vertrouwde weg en ga naar het land dat links ligt onder je moeders sterrenbeeld en dat de bewoners 'Sidon' noemen. |
hanc pete, quodque procul montano gramine pasci armentum regale vides, ad litora verte!' dixit, et expulsi iamdudum monte iuvenci litora iussa petunt, ubi magni filia regis ludere virginibus Tyriis comitata solebat. | 845 |
ga daarheen en drijf de kudde van de koning, die je ginds op de bergweide ziet grazen, naar de kust!' Naar zijn woord terstond uit het gebergte verdreven gaan de runderen op weg naar de kust, waar de dochter van de grote koning zich placht te vermaken met een gezelschap van Tyrische meisjes. |
non bene conveniunt nec in una sede morantur maiestas et amor; sceptri gravitate relicta ille pater rectorque deum, cui dextra trisulcis ignibus armata est, qui nutu concutit orbem, induitur faciem tauri mixtusque iuvencis | 850 |
Niet stroken majesteit en hartstocht, zij delen geen zetel na de ernst van zijn scepter te hebben verlaten bekleed die vader en heerser der goden, wiens rechterhand uitgerust is met drie vuurflitsen en die met een knik de aarde doet schudden zich met de gedaante van een stier en mengt zich met zijn geloei |
mugit et in teneris formosus obambulat herbis. quippe color nivis est, quam nec vestigia duri calcavere pedis nec solvit aquaticus auster. colla toris exstant, armis palearia pendent, cornua vara quidem, sed quae contendere possis | 855 |
onder de kalveren en stapt pronkend door het sappige grasland. zijn kleur is namelijk wit als een sneeuw die geen tred van een zware voetstap betreden heeft of de vochtige zuidenwind heeft doen smelten. Bolgespierd staat zijn nek en van zijn schoften hangen kwabben af, zijn horens zijn wel kort, maar je zou kunnen menen dat zij door |
facta manu, puraque magis perlucida gemma. nullae in fronte minae, nec formidabile lumen: pacem vultus habet. miratur Agenore nata, quod tam formosus, quod proelia nulla minetur; sed quamvis mitem metuit contingere primo, | 860 |
kunstenaarshand zijn gemaakt want transparanter dan zuivere edelsteen. Geen dreiging staat op zijn kop geen huiveringwekkende ogen: een en al vrede straalt hij uit. Agenors dochter verbaast zich dat hij zo mooi is, dat hij geen dreigende houding aanneemt; maar aanvankelijk deinst ze, hoe lief hij ook is, er voor terug contact |
mox adit et flores ad candida porrigit ora. gaudet amans et, dum veniat sperata voluptas, oscula dat manibus; vix iam, vix cetera differt; et nunc adludit viridique exsultat in herba, nunc latus in fulvis niveum deponit harenis; | 865 |
met hem te maken, dan gaat ze op hem af en legt bloemen op zijn glanzende kop. Verliefd is hij in de wolken en drukt kussen op haar hand in de hoop op bevrediging van zijn hartstocht: bijna al, nou, net houdt hij zich in; nu eens dartelt hij tegen haar aan en maakt sprongetjes in het gras dan weer vleit hij zijn witte flank in het goudgele zand; |
paulatimque metu dempto modo pectora praebet virginea plaudenda manu, modo cornua sertis inpedienda novis; ausa est quoque regia virgo nescia, quem premeret, tergo considere tauri, cum deus a terra siccoque a litore sensim | 870 |
Langzaamaan overwint zij haar angst en nu hij biedt zijn borst aan om te bekloppen door haar meisjeshand, dan ook zijn horens om die te versieren met nieuwe bloemenkrans; zelfs durft de prinses op de rug van de stier plaats te nemen, onwetend wie ze onder zich heeft, terwijl de god ongemerkt weg van het land en het droge strand |
falsa pedum primis vestigia ponit in undis; inde abit ulterius mediique per aequora ponti fert praedam: pavet haec litusque ablata relictum respicit et dextra cornum tenet, altera dorso inposita est; tremulae sinuantur flamine vestes. | 875 |
een vals spoor van zijn voeten in de rand van de branding zet; daarna gaat hij verder en voert zijn buit door de golving van de open zee: nu wordt zij bang en, weggevoerd, kijkt ze om naar het strand achter zich en houdt een hoorn vast met haar rechter, met de ander drukt ze zich in zijn rug: haar kleding wappert in de wind. |