Dumque ea per terras fatali lege geruntur tutaque bis geniti sunt incunabula Bacchi, forte Iovem memorant diffusum nectare curas seposuisse graves vacuaque agitasse remissos cum Iunone iocos et 'maior vestra profecto est, |
320 |
- Juist terwijl dit op aarde gebeurde onder sturing van het noodlot en de peutertijd van de twee maal geboren Bacchus veilig is gesteld, heeft Juppiter naar men zegt, beneveld door nectar, zijn ernst en zorg afgelegd en ongestoord met Juno ontspannen grappen gemaakt en zo opgemerkt 'de lust van jullie is vast groter dan |
quam quae contingit maribus' dixisse 'voluptas.' illa negat. placuit quae sit sententia docti quaerere Tiresiae: Venus huic erat utraque nota. nam duo magnorum viridi coeuntia silva corpora serpentum baculi violaverat ictu |
325 |
die de mannen ten deel valt'. Zij zegt van niet. Ze besluiten aan Tiresias te vragen welke mening juist is: die heeft namelijk ervaring met beide; want toen hij in het groene woud twee forse slangen zag paren had hij die met een stokslag gewond |
deque viro factus (mirabile) femina septem egerat autumnos; octavo rursus eosdem vidit, et 'est vestrae si tanta potentia plagae' dixit, 'ut auctoris sortem in contraria mutet, nunc quoque vos feriam.' percussis anguibus isdem |
330 |
en daarop van man (o wonder) in een vrouw veranderd zo zeven jaren geleefd; toen hij in de achtste herfst dezelfde slangen terugzag en uitriep: 'Als een klap tegen jullie zoveel macht bezit dat het lot van de dader in zijn tegendeel verandert, dan sla ik jullie nu ook', en door diezelfde slangen te slaan kwam zijn |
forma prior rediit, genetivaque venit imago. arbiter hic igitur sumptus de lite iocosa dicta Iovis firmat: gravius Saturnia iusto nec pro materia fertur doluisse suique iudicis aeterna damnavit lumina nocte; |
335 |
vroegere gedaante weer terug en herkreeg hij het geslacht van zijn geboorte. Deze dus, gekozen tot beslechter van deze schertsstrijd, geeft Juppiter gelijk: serieuzer dan terecht en niet in verhouding tot de kwestie kan Juno dit niet zetten en dooft het ooglicht van haar rechter met een eeuwig duister; |
at pater omnipotens (neque enim licet inrita cuiquam facta dei fecisse deo) pro lumine adempto scire futura dedit poenamque levavit honore. |
maar de almachtige vader (geen god kan immers de daad van eender welke god frustreren) heeft hem in ruil voor het verlies van het zicht vergund de toekomst te kennen en met deze eregave zijn straf verlicht. |